07 Mentorschap en onvrijwillige zorg

Als je een mentor hebt, kun je te maken krijgen met onvrijwillige zorg. Zorg waar je het niet mee eens bent, maar die wel nodig is om jou tegen jezelf of anderen te beschermen. De regels voor onvrijwillige zorg zijn streng. Terecht. Onvrijwillige zorg vormt een grote inbreuk op je autonomie.


Je bewegingsvrijheid kan worden beperkt, net als het recht om te wonen waar je wilt en om te gaan met mensen die je zelf uitkiest. Ook de integriteit van je lichaam kan worden aangetast, bijvoorbeeld door gedwongen toediening van medicijnen. Daarom gelden er allerlei waarborgen. Je mentor speelt een belangrijke rol spelen bij de bescherming van je belangen.

Twee wetten regelen de inzet van onvrijwillige zorg. Welke wet van toepassing is, hangt af van de voornaamste aandoening waar je aan lijdt.

  • Heb je een verstandelijke beperking, dementie of een andere psychogeriatrische aandoening), dan gelden voor onvrijwillige zorg de regels van de Wet zorg en dwang (Wzd).
  • Heb je een psychische aandoening, dan gelden voor onvrijwillige zorg de regels van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

Er kan maar één van beide wetten van toepassing zijn. Heb je zowel met een psychische aandoening te maken als met een verstandelijke beperking of dementie, dan geldt de wet voor de aandoening die het meest op de voorgrond staat.


Overeenkomsten
De regels van Wzd en Wvggz lijken erg op elkaar. Ook als het gaat om de rol en de positie van de mentor. Het belangrijkste verschil is dat in de Wzd onvrijwillige zorg ingezet kan worden zonder dat er een rechter aan te pas komt. In de Wvggz kan dat niet. In beide wetten kan de burgemeester wel een spoedmaatregel afgeven. Die moet binnen een paar dagen getoetst worden door een rechter. Ook onder de Wzd, in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking of dementie.


Verschillen
Naast overeenkomsten bestaan er tussen de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte ggz (Wvggz) ook belangrijke verschillen.

  • Binnen de Wzd is toepassing van onvrijwillige zorg alleen toegestaan als het stappenplan wordt gehanteerd. Zo’n stappenplan bestaat niet voor de Wvggz.
  • De zorgverlener kan niet zonder overleg met je mentor beslissen dat jij wilsonbekwaam bent als het gaat om vormen van zorg die onder de Wzd en de Wvggz vallen. Maar in de Wzd staat je mentor sterker. Als hij het niet eens is en blijft met de opvattingen van de zorgverlener over jouw wilsonbekwaamheid ter zake, dan moet er een onafhankelijke deskundige over beslissen. In de Wvggz kan de zorgverlener dan alsnog zelf beslissen dat je wilsonbekwaam bent.
  • In beide gevallen geldt: als de zorgverlener vindt dat jij wilsbekwaam bent op het punt van de aangeboden zorg, dan hoeft hij hier verder niet met je mentor over te overleggen. Maar meestal gebeurt dat wel. Dat is ook verstandig, want je mentor kent jou goed en kan de zorgverlener duidelijk maken hoe jij erover denkt.


Rol van de vertegenwoordiger
Ook bij de inzet van onvrijwillige zorg geldt dat je alleen wilsonbekwaam ‘ter zake’ kunt zijn. Dus alleen als je niet goed in staat bent om zelf te beslissen over de zorg die je krijgt, de gevolgen niet kunt overzien of er geen beslissing over kunt nemen.

Zolang je dat wel kunt, beslis je zelf. Maar dat betekent niet dat het altijd gaat zoals je zou willen.

  • In de Wvggz geldt: ben je ter zake wilsbekwaam en verzet je je tegen bepaalde zorg, dan kan die alleen doorgezet worden als je gedrag jou in levensgevaar brengt of anderen ernstig nadeel kan berokkenen.
  • In de Wzd geldt: ben je ter zake wilsbekwaam en verzet je je tegen bepaalde zorg, dan kan die alleen doorgezet worden om ernstig nadeel voor jezelf of mensen in je omgeving voorkomen. De drempel voor onvrijwillige zorg is bij mensen met een verstandelijke beperking of dementie is dus lager dan bij mensen met een psychische aandoening. Ernstig nadeel voor jezelf is genoeg om in te grijpen.


Zorgplan
De onvrijwillige zorg moet opgenomen worden in het zorgplan. De zorginstelling overlegt met je mentor over dat plan. Gaat je mentor niet akkoord met het zorgplan, dan kan de zorginstelling de toepassing van het plan alleen doorzetten om ernstig nadeel voor jou te voorkomen. De zorginstelling kan in dat geval ook bij de rechter om een andere mentor vragen. Dat zullen ze doen als ze vinden dat je mentor niet in jouw belang optreedt. De rechter beslist dan of het standpunt van je mentor de doorslag geeft of dat van de zorginstelling.

Het zorgplan wordt regelmatig opnieuw bekeken. Je mentor kan hierover meepraten en meedenken. Gaat het om onvrijwillige zorg in het kader van de Wet zorg en dwang (voor mensen met een verstandelijke beperking of dementie), dan mag je mentor aanwezig zijn bij bespreking van het zorgplan. In de Wet verplichte ggz heeft hij formeel dat recht niet. Maar hij kan hier wel voor uitgenodigd worden.


Lees ook
Aanvullende informatie op Goedvertegenwoordigd.nl.


Meer informatie
Betrouwbare informatie over onvrijwillige zorg op andere websites.

Wanneer u onze website gebruikt, worden er cookies geplaatst voor functionele en analytische doeleinden. Lees meer over de functie van deze cookies.
x

Ben jij opzoek naar een website webshop of e-learning?

Website

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

Webshop

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

E-learning

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

Met het versturen van dit formulier geef je toestemming aan ons om via deze gegevens contact met je te zoeken. Wil je weten hoe wij met de door jouw ingevulde gegevens omgaan, lees hier onze privacyverklaring.

Wij streven ernaar binnen 5 werkdagen te reageren. Vanwege de feestdagen kan dit langer duren.