Het beschermingsbewind kan op verschillende manieren eindigen. Als je zelf weer kunt beslissen over je geldzaken, dan is bewindvoering niet meer nodig. De rechter kan die dan beëindigen. Maar er zijn ook andere momenten waarop het bewind stopt.
De taak van de bewindvoerder kan op de volgende manieren eindigen.
- Beschermingsbewind wordt soms voor bepaalde tijd uitgesproken. Als die tijd voorbij is, eindigt het bewind. De rechter kan het beschermingsbewind wel steeds verlengen. De bewindvoerder moet in zijn verantwoording aan de rechtbank aangeven of dat nodig is. En zo ja, waarom.
- Als de bewindvoerder door de rechter ontslagen wordt of als hij overlijdt, dan eindigt het beschermingsbewind zelf niet. Ook als de bewindvoerder zelf onder curatele wordt gesteld, of een bewindvoerder of een mentor krijgt (en hij dus zelf geen bewindvoerder meer kan zijn), dan eindigt het bewind zelf niet. In al deze gevallen zal de kantonrechter een nieuwe bewindvoerder benoemen.
- Het beschermingsbewind eindigt op het moment dat jij overlijdt. De bewindvoerder heeft dan nog wel de taak om je nalatenschap te beheren, totdat de rechthebbenden zich melden. Daar kan ook bijhoren dat hij de uitvaart regelt en zo nodig betaalt vanaf de beheerrekening.
- De kantonrechter kan een bewindvoerder ontslaan omdat hij zijn werk niet goed doet. Dat kan op grond van de verantwoording die de bewindvoerder inlevert, maar ook doordat er klachten over hem binnenkomen. Bijvoorbeeld van familie of van jou zelf.
- De kantonrechter kan het beschermingsbewind tussentijds beëindigen, omdat hij die niet meer nodig vindt. Ook dat beslist de kantonrechter op grond van de verantwoordingsverslagen van de bewindvoerder of doordat er een verzoek binnenkomt van de familie of van jou zelf.
Lees ook
Aanvullende informatie op Goedvertegenwoordigd.nl.
Meer informatie
Betrouwbare informatie over de bewindvoering op andere websites.
- Lees de brochure Curatele, bewind en mentorschap van de Rijksoverheid.