03 Familievertegenwoordiging bij onvrijwillige zorg

Je naaste kan te maken krijgen met onvrijwillige zorg. Zorg waar je naaste het niet mee eens is, maar die wel nodig is om hem tegen zichzelf of anderen te beschermen. De regels voor onvrijwillige zorg zijn streng. Terecht. Onvrijwillige zorg vormt een grote inbreuk op de autonomie van je naaste. Zijn bewegingsvrijheid kan worden beperkt, net als het recht om te wonen waar hij wil en om te gaan met wie hij wil. Ook de integriteit van zijn lichaam kan worden aangetast, bijvoorbeeld door gedwongen toediening van medicijnen. Daarom gelden er allerlei waarborgen. Als familie kun je een belangrijke rol spelen bij de bescherming van de belangen van je naaste bij onvrijwillige zorg.


Twee wetten regelen de inzet van onvrijwillige zorg. Welke wet van toepassing is, hangt af van de voornaamste aandoening waar je naaste aan lijdt.

  • Heeft je naaste een verstandelijke beperking, dementie (of een andere psychogeriatrische aandoening), dan gelden voor onvrijwillige zorg de regels van de Wet zorg en dwang (Wzd).
  • Heeft je naaste een psychische aandoening, dan gelden voor onvrijwillige zorg de regels van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).


Er kan maar één van beide wetten van toepassing zijn. Heeft je naaste zowel met een psychische aandoening te maken als met een verstandelijke beperking of dementie, dan geldt de wet voor de aandoening die het meest op de voorgrond staat.

De regels van Wzd en Wvggz lijken erg op elkaar. Ook als het gaat om de rol en de positie van de familie. Het belangrijkste verschil is dat in de Wzd onvrijwillige zorg ingezet kan worden zonder dat er een rechter aan te pas komt. In de Wvggz kan dat niet. In beide wetten kan de burgemeester wel een spoedmaatregel afgeven. Die moet na verloop van tijd altijd getoetst worden door een rechter. Ook onder de Wzd, in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking of dementie.

Naast overeenkomsten bestaan er tussen de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte ggz (Wvggz) ook belangrijke verschillen.

  • Binnen de Wzd is toepassing van onvrijwillige zorg alleen toegestaan als het stappenplan wordt gehanteerd. Zo’n stappenplan bestaat niet voor de Wvggz.
  • Over opname van iemand met een verstandelijke beperking of met dementie beslist de rechter, het CIZ of de burgemeester. Lijdt je naaste aan een psychische stoornis en is verplichte zorg nodig om ernstig nadeel te voorkomen, dan is een machtiging van de rechter of een crisismaatregel van de burgemeester vereist.


Rol van de vertegenwoordiger
Ook onder de Wzd en de Wvggz geldt dat je naaste alleen wilsonbekwaam ‘ter zake’ kan zijn. Dus alleen als hij niet goed in staat is om zelf te beslissen over de zorg die hij krijgt, de gevolgen niet kan overzien of er geen beslissing over kan nemen.

Zolang je naaste dat wel kan, beslist hij zelf. Maar dat betekent niet dat het altijd gaat zoals je naaste zou willen.

  • In de Wvggz geldt: is je naaste ter zake wilsbekwaam en verzet hij zich tegen bepaalde zorg, dan kan die alleen doorgezet worden als zijn gedrag hem in levensgevaar brengt of anderen ernstig nadeel kan berokkenen.
  • In de Wzd geldt: is je naaste ter zake wilsbekwaam en verzet hij zich tegen bepaalde zorg, dan kan die alleen doorgezet worden om ernstig nadeel voor je naaste of diens omgeving te voorkomen. De drempel voor onvrijwillige zorg is bij mensen met een verstandelijke beperking of dementie is dus lager dan bij mensen met een psychische aandoening. Ernstig nadeel is genoeg om in te grijpen. Er hoeft geen levensgevaar of ernstig nadeel voor anderen te dreigen.


Is je naaste ter zake wilsonbekwaam, dan overlegt de zorginstelling niet alleen met je naaste, maar ook met jou als familievertegenwoordiger.


Zorgplan
De onvrijwillige zorg moet opgenomen worden in het zorgplan. Jouw instemming als vertegenwoordiger is nodig voor dat plan. Geef je die niet, dan kan de zorginstelling de toepassing van het plan alleen doorzetten om ernstig nadeel voor jouw naaste te voorkomen. Als je als familievertegenwoordiger, ondanks overleg met de zorginstelling, niet akkoord kunt gaan met het zorgplan en de onvrijwillige zorg die daarin is opgenomen, dan kan de zorginstelling bij de rechter vragen om een wettelijke vertegenwoordiger (mentor of curator) aan te wijzen. Ze stellen dan in feite dat jij niet in het belang van jouw naaste optreedt. De rechter beslist dan of jouw standpunt de doorslag geeft of dat van de zorginstelling.

Het zorgplan wordt regelmatig opnieuw bekeken. Als vertegenwoordiger van je naaste heb je het recht om hierover je mening te geven. Gaat het om onvrijwillige zorg in het kader van de Wet zorg en dwang (voor mensen met een verstandelijke beperking of dementie), dan mag je als vertegenwoordiger aanwezig zijn bij bespreking van het zorgplan. In de Wet verplichte ggz heb je formeel dat recht niet. Maar je kunt hier wel voor uitgenodigd worden.


Lees ook
Aanvullende informatie op Goedvertegenwoordigd.nl.


Meer informatie
Betrouwbare informatie over onvrijwillige zorg op andere websites.

 

 

Wanneer u onze website gebruikt, worden er cookies geplaatst voor functionele en analytische doeleinden. Lees meer over de functie van deze cookies.
x

Ben jij opzoek naar een website webshop of e-learning?

Website

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

Webshop

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

E-learning

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

Met het versturen van dit formulier geef je toestemming aan ons om via deze gegevens contact met je te zoeken. Wil je weten hoe wij met de door jouw ingevulde gegevens omgaan, lees hier onze privacyverklaring.

Wij streven ernaar binnen 5 werkdagen te reageren. Vanwege de feestdagen kan dit langer duren.