12 Vertegenwoordiging bij dementie

Is de dementie zo ver gevorderd dat je niet meer goed zelf kunt beslissen over je geldzaken en over de zorgverlening, dan heb je een vertegenwoordiger nodig. Je kunt zelf voor een groot deel bepalen wie dat wordt en welke beslissing hij voor jou moet nemen.


De mogelijkheden verschillen voor geldzaken en voor zorgzaken.


Geldzaken
Heb je een partner en hebben jullie gezamenlijke bezittingen (zoals een eigen woning) en een en/of rekening bij de bank, dan kan je partner jullie geldzaken gewoon blijven regelen. Hij heeft daar geen aparte volmacht voor nodig.


Heb je geen partner, of hebben jullie ieder voor zichzelf een bankrekening, spaargeld of andere bezittingen, dan kan je partner (of een ander) hier niet zomaar bij. In dat geval kan het verstandig zijn om je partner (of een ander) tijdig te volmachtigen om die zaken te beheren zodra je daar zelf niet meer toe in staat bent. Je kunt die gemachtigde in de volmacht allerlei aanwijzingen geven over de besteding van je vermogen.


Heb je geen partner en heb je ook geen gemachtigde aangewezen, dan kunnen je naasten aan de kantonrechter vragen om je geldzaken (of delen daarvan) onder beschermingsbewind te stellen. Je kunt er dan niet meer volledig zelf over beschikken. Een bewindvoerder wordt verantwoordelijk voor die delen van je vermogen die onder bewind zijn gesteld. Die bewindvoerder overlegt wel met jou en houdt zoveel mogelijk rekening met jouw wensen.  Waar mogelijk zal de bewindvoerder aan jou toestemming geven om zelf je geld te beheren. Bijvoorbeeld om je dagelijkse boodschappen te doen.

De rechter wijst die bewindvoerder aan. Je bewindvoerder kan iemand uit je familie of vriendenkring zijn, maar ook een professional. Je kunt in een wilsverklaring aangeven aan wie je de bewindvoering zou willen opdragen, als dat aan de orde is.


Zorgzaken
Een arts of andere zorgverlener kijkt altijd of je bepaalde beslissingen nog goed zelf kunt nemen. Is dat het geval, dan ben je ‘ter zake wilsbekwaam’ en beslis je zelf of je akkoord gaat met de aangeboden zorg. Een ander hoeft dan niet voor jou te beslissen.

Vindt de arts of andere zorgverlener dat je niet goed meer zelf kunt beslissen, dan ben je ‘ter zake wilsonbekwaam’. In dat geval moet een ander voor jou wel of niet akkoord gaan met de aangeboden zorg. Diegene is dan jouw vertegenwoordiger. Zolang je daartoe in staat bent, kun je zelf voor een groot deel bepalen wie dat is. Dat doe je via een volmacht. Je kunt bovendien tevoren aangeven welke zorg je wel of niet zou willen ontvangen in bepaalde situaties. Bijvoorbeeld aan het einde van je leven. Dat doe je in een wilsverklaring. Je vertegenwoordiger en je zorgverleners zijn gebonden aan die wilsverklaring.


Kun je niet meer goed zelf beslissen over de zorg en heb je geen gemachtigde aangewezen, dan gaat de arts (of andere zorgverlener) op zoek naar een vertegenwoordiger in je directe familie. De eerste die dan voor jou kan beslissen is je partner. Heb je geen partner of wil die niet beslissen, dan kunnen je ouders, kinderen, broers, zussen, grootouders of kleinkinderen als je vertegenwoordiger optreden in de zorg. Je hoeft hier zelf niets voor te regelen. Er komt ook geen rechter aan te pas. De zorgverlener kan zich rechtstreeks tot je directe familie richten als hij vindt dat jij zelf je situatie niet meer goed kunt overzien. Ook een familievertegenwoordiger is gebonden aan een wilsverklaring die je in het verleden hebt opgeschreven.


Heb je geen gemachtigde aangewezen en is er geen familie die jou kan vertegenwoordigen in de zorg, dan kan de rechter een mentor voor jou aanstellen. Je partner en je familie kunnen hier om vragen. Doen zij dat niet, dan kan de zorginstelling ook bij de rechter aankloppen. Een mentor is een wettelijke vertegenwoordiger en kan namens jou meedenken en beslissen over medische behandelingen, verpleging, verzorging en begeleiding. Hij moet daarbij zoveel mogelijk met jou overleggen en rekening houden met wie jij bent en hoe jij wilt dat je leven eruit ziet. Waar mogelijk laat hij jou zelf beslissen. Je mentor is bovendien je belangenbehartiger tegenover de zorginstelling. Als je andere zorg nodig hebt of als de geboden zorg onder de maat is, dan komt je mentor in actie om jouw situatie te verbeteren.


Geldzaken én zorgzaken
Het komt vaak voor dat je niet alleen je geldzaken niet meer goed zelf kunt regelen, maar ook je zorgzaken. In dat geval gelden alle regelingen zoals hierboven beschreven. Maar in plaats van een bewindvoerder én een mentor aan te stellen, kan een rechter er ook voor kiezen om een curator te benoemen. Die kan zowel beslissingen nemen over geldzaken als over de zorg. Het nadeel van curatele is dat je dan in principe helemaal nergens meer zelf over mag beslissen. Dat is vaak een te zware ingreep in je recht op zelfbeschikking. Daarom wordt curatele niet zo heel vaak uitgesproken.

Wanneer u onze website gebruikt, worden er cookies geplaatst voor functionele en analytische doeleinden. Lees meer over de functie van deze cookies.
x

Ben jij opzoek naar een website webshop of e-learning?

Website

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

Webshop

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

E-learning

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

Met het versturen van dit formulier geef je toestemming aan ons om via deze gegevens contact met je te zoeken. Wil je weten hoe wij met de door jouw ingevulde gegevens omgaan, lees hier onze privacyverklaring.

Wij streven ernaar binnen 5 werkdagen te reageren. Vanwege de feestdagen kan dit langer duren.