Als je naaste niet (meer) zelf kan beslissen over wat er met hem gebeurt in de zorg, dan moet een ander beslissen. Je naaste is dan ‘ter zake wilsonbekwaam’. ‘Ter zake’ betekent dat het altijd gaat om een concrete beslissing over de zorg. Vrijwel niemand is ‘in het algemeen’ wilsonbekwaam. De ander die dan moet beslissen kan een partner zijn of iemand uit de directe familiekring.
Formeel mag een familievertegenwoordiger (ook wel ‘plaatsvervanger’ genoemd) alleen meebeslissen over medische behandeling, verpleging en verzorging. Begeleiding en ondersteuning vallen er niet onder. In de praktijk is deze grens niet scherp. Als familievertegenwoordiger zul je door de zorginstelling betrokken worden bij alle beslissingen in de zorg waar jouw naaste niet (of niet meer) zelf over kan beslissen.
Wettelijke volgorde
De eerste contactpersoon is niet automatisch degene die beslist wat er moet gebeuren als je naaste ter zake wilsonbekwaam is. Er geldt dan namelijk een wettelijke volgorde.
- Is er een (door de rechter benoemde) mentor of een curator, dan beslist die.
- Is er geen mentor of curator, dan beslist een gemachtigde die jouw naaste zelf heeft aangewezen.
- Is er geen mentor of curator en heeft jouw naaste ook geen gemachtigde aangewezen, dan beslist de partner. Dat kan een echtgenoot of geregistreerd partner zijn, maar ook een andere levensgezel.
- Is er geen partner of wil die niet beslissen, dan kan de arts of zorgverlener kiezen uit andere familieleden: ouders, kinderen, broers, zussen, grootouders of kleinkinderen.
Zelfde rechten
De familievertegenwoordiger in de zorg heeft dezelfde rechten en plichten als een wettelijk vertegenwoordiger. Je hebt recht op informatie over de gezondheidssituatie van je familielid en wat de mogelijkheden zijn voor behandeling. Als familievertegenwoordiger mag je bijvoorbeeld het medische dossier van je naaste inzien, voor zover dat nodig is om een goede beslissing te nemen over de zorg. Ook mag je namens je naaste een klacht indienen over de zorg. En je mag meedenken over het zorgplan en erbij zijn als dat plan in het multidisciplinair overleg wordt besproken.
Er is wel een belangrijke uitzondering. Als partner of familie kun voor je naaste als die wilsonbekwaam is, geen aanvraag indienen bij het CIZ voor zorg thuis (zonder verblijf) vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Dat kan alléén als het gaat om opname in een zorginstelling. In dat laatste geval zijn er twee mogelijkheden:
- Ofwel je naaste verzet zich niet tegen de opname. Je kunt dan als partner of familie bij het CIZ vragen om een besluit tot opname. Het CIZ kan hier zelf over beslissen.
- Ofwel je naaste verzet zich wel tegen de opname. Je naaste kan dan alleen opgenomen worden met een rechterlijke machtiging. Je kunt dan als partner of familie bij het CIZ een aanvraag indienen voor zo’n machtiging. Het CIZ zal die aanvraag vervolgens voorleggen aan de rechter. Die beslist over de opname.
Gedeelde verantwoordelijkheid
In de zorg geldt overigens altijd een gedeelde verantwoordelijkheid. Artsen en andere zorgverleners hebben hun eigen professionele standaarden. Daar moeten ze zich aan houden. Je kunt daardoor nooit een behandeling of opname voor je naaste afdwingen. Ook een gemachtigde of een wettelijke vertegenwoordiger (curator of mentor) kan dat niet. Als professionele zorgverleners zo’n behandeling of opname onnodig, zinloos of zelfs schadelijk vinden, dan zullen ze er niet aan meewerken.
Alleen directe familie
Ben je al ‘eerste contactpersoon’, dan zal de zorginstelling jou als eerste benaderen om familievertegenwoordiger te worden. Maar dat kan alleen als je ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind bent van je naaste. Ben je bijvoorbeeld een goede vriend of een oom, tante, neef of nicht, dan kom je volgens de wet niet voor deze rol in aanmerking. De zorgverlener zal dan een andere oplossing moeten zoeken.
Ontbreken van een vertegenwoordiger
Is je naaste wilsonbekwaam en is er geen vertegenwoordiger beschikbaar, dan heeft de zorgverlener twee mogelijkheden.
- De zorgverlener kan zelf een beslissing nemen. Dat kan alleen bij eenvoudige besluiten, zonder ingrijpende gevolgen. Ook in spoedsituaties mag de zorgverlener beslissen zonder toestemming van de vertegenwoordiger.
- Gaat het om ingrijpende beslissingen, dan kan de zorgverlener aan de rechter vragen om een mentor te benoemen. Bij gedwongen opname is dat zelfs verplicht, als er geen andere vertegenwoordiger optreedt. Gedwongen opname is heel ingrijpend. Dat mag iemand die ter zake wilsonbekwaamheid niet overkomen zonder goede vertegenwoordiging.
Verantwoording
Als familievertegenwoordiger hoef je geen verantwoording af te leggen over je optreden. Maar het hoort wel bij goede vertegenwoordiging dat je nauw contact houdt met de rest van de familie en vrienden. Je informeert ze over hoe het gaat met je naaste. En je overlegt met ze als er ingrijpende beslissingen genomen moeten worden over de zorg.
Vragen om een wettelijk vertegenwoordiger
Soms doet een familievertegenwoordiger of een gemachtigde zijn werk niet goed. Of er ontstaat steeds gedoe in de familie over de beslissingen. Dan wordt het tijd voor een wettelijke vertegenwoordiger: een curator of mentor. De zorginstelling kan daar om vragen bij de rechter. De naaste familie kan dat ook doen. Is er eenmaal een mentor of curator benoemd, dan vervalt de bevoegdheid van de familievertegenwoordiger of de gemachtigde om te beslissen over de zorg.
Meer informatie
Betrouwbare informatie over familievertegenwoordiging op andere websites.
- Op de website Klik.org vind je informatie over (familie)vertegenwoordiging voor mensen met een verstandelijke beperking.