Wet verplichte ggz
Per 1 januari 2020 heeft de Wet verplichte ggz de Wet Bopz vervangen, specifiek voor mensen met een psychiatrische stoornis. Daarnaast is per dezelfde datum de Wet Zorg en Dwang in werking getreden voor mensen met een verstandelijke beperking of psychogeriatrie.
De Wet is van toepassing wanneer een zorgaanbieder onvrijwillige zorg overweegt of toepast op personen met een indicatie psychogeriatrische aandoening (PG) of verstandelijke handicap (VG). Dus niet als familie bij een thuiswonende demente vader vrijheidsbeperkingen toepast terwijl er geen zorgaanbieder is ingeschakeld.
Onvrijwillige zorg is omschreven in de wet; het is zorg die ondanks verzet van cliënt of mentor kan worden toegepast als er ernstig nadeel is of dreigt voor de cliënt. Onvrijwillige zorg is mogelijk bij vrijwillig verblijf en bij onvrijwillig verblijf in een accommodatie van een zorgaanbieder, maar ook thuis of bij dagbesteding.
Er zijn drie vormen van zorg die ook als de cliënt zich niet verzet en de mentor akkoord gaat, toch wordt beschouwd als onvrijwillige zorg.
a. Beperking bewegingsvrijheid (fixatie e.d.)
b. Insluiting
c. Gedwongen toediening medicatie, indien niet toegepast conform professionele richtlijnen.
Onvrijwillige zorg betekent dat stappenplan-wet-zorg-en-dwang moet worden gevolgd en dat er om de drie en later zes maanden moet worden nagegaan of deze vorm(en) van onvrijwillige zorg nog langer moet(en) worden toegepast. De mentor (of curator) wordt betrokken bij deze overleggen en zou het zorgplan in de gaten moeten houden (staat alles er correct in?) en bij de drie/zes maandelijkse overleggen nadrukkelijk er op moeten letten of het niet anders kan, bijvoorbeeld minder ingrijpend of toch vrijwillig. Onvrijwillige opnames gaan via de burgemeester (spoed), het CIZ (wel toegang tot de accommodatie, maar de deur gaat niet dicht) of de rechter.