Mentorschap is een maatregel die de rechter kan opleggen als je niet (meer) goed zelf kunt beslissen over de zorg die je krijgt. De mentor helpt je bij het nemen van goede beslissingen over medische behandelingen, verpleging, verzorging of begeleiding. Zo nodig beslist de mentor zelf, als het jou echt niet (meer) lukt
In de zorg gelden in principe altijd de volgende regels.
- De arts of een andere zorgverlener kijkt wat er aan de hand is en welke zorg daarbij past. De zorgverlener geeft jou daar goede, begrijpelijke informatie over. Vervolgens overlegt de zorgverlener met jou wat je wilt in deze situatie. Als er geen alternatieven zijn, is de keuze snel gemaakt. Maar vaak zijn die alternatieven er wel. Je beslist dan samen met de zorgverlener wat er gebeurt. Je kunt dus ook een behandeling weigeren. Of een andere zorgverlener om zijn mening (een second opinion) vragen.
- Het uitgangspunt is dat je zelf in staat bent om je situatie te overzien, de informatie van de zorgverlener te begrijpen en een weloverwogen beslissing te nemen. Maar als de arts of andere zorgverlener reden heeft om daaraan te twijfelen, zal hij beoordelen of je in dit geval (‘ter zake’) wilsbekwaam bent.
- Is dat niet het geval, dan moet de arts er een vertegenwoordiger bij halen. Alleen als er met spoed iets moet gebeuren om dat je anders ernstige schade gaat ondervinden, mag de zorgverlener zelf beslissen, zonder toestemming.
- Heb je een mentor, dan is die jouw vertegenwoordiger in zorgzaken. Heb je een mentor, dan overlegt de arts (als dat kan) niet alleen met jou, maar ook met je mentor.
- Ben je ‘ter zake’ wilsbekwaam, dan beslis je zelf. Ook als je een mentor hebt.
Een mentor kan een particulier persoon zijn. Bijvoorbeeld iemand uit de familie. Het kan ook een vrijwilliger zijn, die het mentorschap uitvoert namens een regionale stichting mentorschap. Je mentor kan ook een professional zijn, die bij een bureau voor curatele, bewindvoering en mentorschap werkt. Een mentor wordt altijd door de rechter benoemd.
Taken van de mentor
Je mentor helpt bij het behartigen van je belangen in de zorg. De mentor houdt in de gaten of je goede zorg krijgt. Hij komt in actie als dat niet zo is. Zo nodig neemt hij in overleg met jou en met je zorgverlener een beslissing over wat er moet gebeuren.
Gaat het om beslissingen op andere terreinen van het leven dan de zorg, dan kan je mentor je daarover adviseren. Hij is je vertrouwenspersoon. Maar hij kan op andere terreinen dan de zorg niets voor jou beslissen.
Werkwijze van de mentor
- Je mentor komt regelmatig (elke twee maanden of vaker) bij je langs om te kijken hoe het gaat. Hij moet je goed kennen om je goed te kunnen adviseren en zo nodig voor jou te beslissen over de zorg. Hij is verplicht om jou bij die beslissingen te betrekken. Als dat niet gaat is hij verplicht om beslissingen te nemen die passen bij jou als persoon. Daar moet hij jou natuurlijk wel goed voor kennen.
- De mentor houdt overzicht over de zorg die je krijgt. Hij overlegt regelmatig met je zorgverleners. Maken die een zorgplan, dan moet jouw mentor daar mee instemmen. Verloopt de zorgverlening niet goed, dan kaart je mentor dat aan bij de zorginstelling. Zo nodig kan hij namens jou een klacht indienen over de zorg.
- Je mentor mag in jouw zorgdossier kijken. Maar alleen voor zover dat nodig is om goede beslissingen voor jou te nemen. Dat kan dus heel beperkt zijn. De zorginstelling zorgt ervoor dat jouw mentor die delen van jouw zorgdossier kan inzien.
- Je mentor houdt een logboek bij van zijn activiteiten als mentor.
- De mentor legt verantwoording af aan de rechtbank over zijn werk.
Meer informatie
Betrouwbare informatie over mentorschap op andere websites.
- Lees de brochure Curatele, bewind en mentorschap van de Rijksoverheid.
- Lees de informatie over mentorschap op de website van de Rechtspraak.
