Procedures en regelgeving bij mentorschap

Wat kan en mag een mentor?
Wat doet een mentor voor je?

Een mentor neemt samen met of voor iemand die dat niet (helemaal) zelf (meer) kan beslissingen op het gebied van verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.

Wat zijn de taken van een mentor?

  • Belangenbehartiging: een mentor helpt bij het behartigen van de belangen van niet-materiële aard, van een persoon die vanwege geestelijke of lichamelijke aandoeningen niet goed zelfstandig zijn/haar belangen kan afwegen en/of uiten.
  • Advisering: een mentor adviseert en steunt de cliënt bij het nemen en naar buiten brengen van beslissingen.
  • Vertegenwoordiging:  een mentor treedt op als vertegenwoordiger van de cliënt met betrekking tot diens verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding, in situaties waarin de cliënt niet wilsbekwaam is.
  • Opbouw en behoud van vertrouwen:  om de hierboven genoemde taken goed uit te oefenen is gewenst dat een mentor zo veel als mogelijk een vertrouwenspersoon wordt voor de cliënt. Daarom bezoekt de mentor de cliënt regelmatig. Zo kan de mentor goed luisteren naar de cliënt, kennis nemen van diens situatie en – aansluitend op diens gewoonten, wensen en behoeften – handelen in het belang van de cliënt.

Wat zijn de bevoegdheden van een mentor?

  • De mentor is wettelijk bevoegd om de cliënt te vertegenwoordigen in aangelegenheden betreffende diens verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
  • De mentor is bevoegd om de cliënt toestemming te geven om in deze aangelegenheden zelf te beslissen. NB: In situaties dat een behandelend arts de cliënt wilsbekwaam acht, kan de cliënt zelf beslissen. Maar anders heeft de cliënt daarvoor de toestemming nodig van de mentor.

Bekijk hier overige richtlijnen voor goede vertegenwoordiging

Wettelijk kader mentorschap

    1. Als er een mentor is aangesteld, mag de cliënt geen rechtshandelingen verrichten op het gebied van verpleging, behandeling, verzorging en begeleiding, tenzij de arts de cliënt op het betreffende gebied wilsbekwaam acht;
    2. Indien de cliënt niet wilsbekwaam is, treedt in eerste instantie de mentor op als vertegenwoordiger of plaatsvervanger. De mentor kan de cliënt toestemming geven om zelf rechtshandelingen op deze gebieden te verrichten;
    3. De mentor dient de cliënt zoveel mogelijk bij zijn taak van vertegenwoordiging te betrekken en de cliënt zo veel mogelijk zelf te laten beslissen;
    4. De mentor treedt in niet-vermogensrechtelijke zaken op als adviseur;
    5. Als de cliënt zich verzet tegen een ingrijpende behandeling, mag de mentor deze behandeling alleen uit laten voeren als nalaten ervan ernstige nadelige consequenties heeft voor de cliënt;
    6. Een mentor dient zich naar beste weten en kunnen als goed mentor te gedragen. Een mentor is aansprakelijk als hij schuld heeft aan het tekortschieten in zijn zorg als goed mentor;
    7. De mentor kan zich door de kantonrechter laten machtigen om namens de cliënt in rechte op te treden als de cliënt dit zelf niet kan of weigert;
    8. Een mentor aan wie ontslag is aangezegd moet die werkzaamheden uit blijven voeren die niet zonder nadeel voor de cliënt kunnen worden uitgesteld, tot een nieuwe mentor is benoemd.
    9. De mentor doet desgevraagd verslag van zijn werkzaamheden aan de kantonrechter.

Wie kan mentor zijn?

  • iedereen van 18 jaar en ouder in Nederland, die zelf niet onder mentorschap of curatele staat of een strafblad heeft;
  • een rechtspersoon, zoals een Stichting Mentorschap, een vereniging, een BV.

De instelling, alsmede personeel van de instelling, waar iemand verblijft kan voor die persoon niet tot curator, bewindvoerder of mentor worden benoemd.

Co-mentor

De kantonrechter kan twee personen als mentor benoemen. Dan zijn zij co-mentoren. Co-mentoren kunnen ieder zelfstandig de taken van mentor verrichten. Co-mentoren moeten zo nodig allebei bij de kantonrechter verantwoording afleggen voor wat ieder doet. Daarbij zijn beiden in dezelfde mate verantwoordelijk voor alles. Onderling kunnen zij de taken dus wel verdelen, maar ieder blijft verantwoordelijk voor wat hij/zij zelf doet én voor wat de ander doet. Wanneer de rechter constateert dat er waarschijnlijk problemen zullen ontstaan in de samenwerking zal de rechter iemand anders benoemen, zo nodig van buiten familie.

Op het aanvraagformulier is ruimte om aan te geven dat er twee mensen mentor willen worden.

Aanvraag en benoeming mentor

Wie kan mentorschap aanvragen?

  • betrokkene zelf
  • partner
  • bloedverwanten tot en met de vierde graad
  • voogd (zolang betrokkene minderjarig is)
  • officier van justitie
  • directeur van de organisatie die zorg verleent
  • curator of bewindvoerder

Waar wordt mentorschap aangevraagd?
Mentorschap wordt aangevraagd bij de kantonrechter van de rechtbank in het rechtsgebied (arrondissement) waar de persoon woont voor wie de maatregel wordt gevraagd

Hoe wordt mentorschap aangevraagd?
Voor de aanvraag bij de betreffende kantonrechter is nodig:

  • ingevuld aanvraagformulier (onder ‘aanvraag mentorschap indienen’, downloadbaar in PDF);
  • akkoordverklaring (in te vullen door ouders en/of kinderen, broers, zussen);
  • bereidverklaring (in te vullen door degene die mentor wordt);
  • verklaring van een arts of behandelaar waaruit blijkt wat voor beperking de persoon heeft voor wie de maatregel wordt aangevraagd.

Hoe verloopt het aanvragen?
De aanvraag wordt behandeld in een zitting van de kantonrechter. Meestal ontvangt u binnen twee weken na de zitting een uitspraak over uw aanvraag.

Kosten en vergoeding

Griffierechten
Voor de benoeming van een mentor moet u griffierechten betalen. Het tarief van het griffierecht is het laagste tarief binnen het griffierecht en is tevens het tarief voor onvermogenden. Wanneer iemand met een laag inkomen de maatregel aanvraagt kan hij/zij bij de gemeente vragen om een vergoeding uit de Bijzondere bijstand. In 2024 bedraagt het griffierecht € 87,-.

Onkostenvergoeding voor de familiementor
Bij de benoeming van de curator, bewindvoerder of mentor stelt de kantonrechter op verzoek de beloning vast op basis van de wettelijke regeling. De jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding, bedraagt voor 2024 voor een familiementor € 715.

Wanneer iemand zowel familiementor als familiebewindvoerder is voor een persoon, is de vergoeding € 1.290.

De kantonrechter kan wegens uitzonderlijke omstandigheden het bedrag van de beloning anders vaststellen.

De vergoeding wordt uit het vermogen van de gementoreerde betaald. Overleg met de kantonrechter is daarvoor niet nodig. Zo nodig kan een beroep worden gedaan op de gemeente voor Bijzondere bijstand.

Deze vergoeding wordt beschouwd als een vergoeding voor de onkosten die de mentor maakt. Over deze vergoeding hoeft dan ook geen belasting te worden betaald.

Beëindiging van mentorschap

De taak van de mentor eindigt:

    • door tijdsverloop als hij voor een bepaalde tijd was benoemd;
    • door overlijden van de mentor of cliënt;
    • wanneer de mentor onder curatele of mentorschap wordt gesteld;
    • door ontslag of beëindiging van het mentorschap door de kantonrechter;
    • als het mentorschap wordt vervangen door een andere maatregel;
    • wanneer iemand zijn belangen na verloop van tijd weer zelf kan behartigen.

Contact met de rechtbank is altijd nodig bij beëindiging.

De uitvaart van de cliënt

Op het moment dat de cliënt overlijdt, eindigt de taak van de mentor. Eén van de eerste dingen die moet gebeuren is het informeren van eventuele familie, bewindvoerder of financieel gemachtigde en uiteraard de kantonrechter. Vervolgens ook andere sleutelfiguren (notaris, thuiszorg, buren, woningeigenaar, e.d.). Maar er moet ook een uitvaart geregeld worden. Iedere burger, dus ook de (inmiddels voormalige) mentor kan een uitvaartondernemer informeren, als niemand anders dat doet. Om achteraf niet met ongewenste verantwoordelijkheden en verplichtingen geconfronteerd te worden, maakt de mentor (nu zaakwaarnemer) zijn positie duidelijk en zet geen handtekening waardoor de zaakwaarnemer financieel aansprakelijk zou worden voor de kosten van de uitvaart.

Wanneer er een testament of uiterste wilsbeschikking is, kan de cliënt daarin aangegeven hebben wie de uitvaart moet regelen, vaak is er dan een executeur-testamentair genoemd. Wanneer er geen testament of uiterste wilsbeschikking is, is de uitvaart een taak van de nabestaanden: echtgenoot, partner, kinderen, familie. De voormalige mentor kan zijn diensten aanbieden aan de nabestaanden. Deze zijn niet verplicht van deze diensten gebruik te maken.

Wanneer er geen nabestaanden zijn of deze niet beschikbaar zijn, gaat deze taak naar de persoon die redelijkerwijs in de plaats treedt van nabestaanden. Woonde betrokkene in een instelling, neemt de instelling doorgaans het regelen van de uitvaart op zich. De (voormalige) mentor kan daarbij van grote waarde zijn, gezien de kennis die de mentor heeft opgedaan in de contacten met betrokkene. Als er geen instelling is die de uitvaart kan of wil regelen kan de voormalige mentor als ‘zaakwaarnemer’ optreden en in overleg met diverse betrokkenen zaken regelen.

Het eerste wat de mentor moet doen is in overleg treden met de bewindvoerder of de financieel gemachtigde. Deze zal moeten nagaan of er voldoende geld is om de uitvaart te betalen. Is er een uitvaartverzekering, een depositofonds of heeft de cliënt voldoende geld op zijn bankrekening? Als er een verzekering of een depositofonds is, hoeveel geld is er dan nog beschikbaar om eventuele meerkosten te betalen? Pas als dit duidelijk is, kan de mentor, samen met de bewindvoerder, in gesprek gaan met de uitvaartverzorger en deze opdracht geven voor het regelen en uitvoeren van de uitvaart. De opdrachtgever is namelijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor de betaling van de uitvaartkosten.

In het (zeldzame) geval er geen bewindvoerder of financieel gemachtigde is, vergewist de voormalig mentor zich van bovengenoemde zaken en kan dan ook optreden als financieel zaakwaarnemer.

De mentor kan dus de aangewezen persoon zijn om handelend op te treden m.b.t. de uitvaart. In het kader van goede vertegenwoordiging zal hij al tijdens het leven van de cliënt hebben nagegaan of er een verzekering of voldoende spaargeld is. Ook heeft hij samen met de cliënt, als die daartoe in staat en bereid is, vastgelegd wat diens wensen na overlijden zijn. De wet op de lijkbezorging bepaalt namelijk dat de uitvaart moet geschieden overeenkomstig de wens of de vermoedelijke wens van de overledene, tenzij dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden.

Wanneer er geen (of onvoldoende) financiële middelen zijn om de uitvaart te betalen kan de bewindvoerder, respectievelijk de mentor de gemeente inschakelen. Die moet dan (al of niet in overleg met de mentor) de uitvaart regelen inclusief de opdracht aan de uitvaartverzorger. De gemeente kan de kosten verhalen op de nalatenschap of op de bloed- en aanverwanten die onderhoudsplichtig zouden zijn geweest: de ouders, de kinderen, behuwd kinderen, schoonouders en stiefouders.

Is er geen verzekering, geen vermogen, geen familie, dan betaalt de gemeente de (zeer sobere) uitvaart uit de algemene middelen van de gemeente. Eventuele wensen van de overledene kunnen dan niet ingewilligd worden als die meer geld of tijd zouden kosten.

Een klacht indienen tegen een mentor

Als een mentor in iemands ogen in zijn of haar taak tekort schiet, kan die persoon een klacht indienen. Dat moet als volgt gebeuren:

  • degene die de klacht indient moet 18 jaar of ouder zijn;
  • de klacht moet schriftelijk ingediend worden;
  • de klacht moet ingediend worden bij de kantonrechter van de rechtbank in het rechtsgebied (arrondissement) waar de persoon woont voor wie de maatregel is getroffen;
  • de kritiek op de taakuitoefening van de mentor moet duidelijk beschreven worden en onderbouwd worden met beschrijving van situaties waarin de huidige mentor niet (voldoende) of niet op correcte wijze de belangen van de cliënt behartigt;
  • er moet gevraagd worden of de rechter wil nagaan of er een gewichtige reden aanwezig is om de mentor te berispen of te vervangen.

Praktische adviezen bij mentorschap

Wanneer u onze website gebruikt, worden er cookies geplaatst voor analysedoeleinden en om uw ervaring op onze website waardevoller te maken. Als u op “Akkoord” klikt, wordt er nog een cookie geplaatst die ervoor zorgt dat de inhoud en advertenties beter op uw voorkeuren voor deze en andere websites worden afgestemd. Lees meer over het beheren van uw cookie-instellingen.
Akkoord

Ben jij opzoek naar een website webshop of e-learning?

Website

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

Webshop

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

E-learning

Korte intro over het pakket, Vervolgens de inhoud er onder.

Met het versturen van dit formulier geef je toestemming aan ons om via deze gegevens contact met je te zoeken. Wil je weten hoe wij met de door jouw ingevulde gegevens omgaan, lees hier onze privacyverklaring.

Wij streven ernaar binnen 5 werkdagen te reageren. Vanwege de feestdagen kan dit langer duren.