- Wat kan en mag een bewindvoerder?
- Wie kan bewindvoerder zijn?
- Aanvraag en benoeming bewindvoerder
- Kosten en vergoeding
- Beëindiging van bewindvoering
- De uitvaart van de cliënt
- Hoe dient u een klacht in tegen een bewindvoerder?
- Praktische adviezen bij bewindvoering
Wat kan en mag een bewindvoerder?
Een bewindvoerder regelt samen met en voor betrokkene de financiële zaken en beheert samen met of voor betrokkene het (toekomstige) vermogen.
Taken en bevoegdheden van een bewindvoerder
Een bewindvoerder behartigt iemands financiële belangen. Een bewindvoerder maakt kort na zijn benoeming een lijst met een beschrijving van alle goederen die onder het bewind vallen. Hij ontvangt hierover van de griffie bericht. Een kopie van deze boedelbeschrijving stuurt hij naar de rechtbank, sector kanton. Ook moet de bewindvoerder ervoor zorgen dat bij de goederen die in een openbaar register zijn opgenomen, bijvoorbeeld een huis, de bewindvoering en de naam van de bewindvoerder worden vermeld.
De hoofdtaak van een bewindvoerder is het beheren van alles wat onder bewind is gesteld. Dat wil zeggen, dat hij ervoor moet zorgen dat alles wat onder bewind is gesteld in stand blijft en goed wordt beheerd. Bovendien moet hij er de administratie over voeren. Zo moet geld goed worden belegd, rente op tijd worden bijgeschreven en een huis op tijd worden geschilderd. Tot de gewone werkzaamheden tijdens het bewind behoort ook het regelen van de financiële huishouding van de betrokkene. Hieronder valt bijvoorbeeld belastingaangifte doen, maar ook het aanvragen van (bijzondere) bijstand, huurtoeslag of een persoonsgebonden budget (PGB).
Ook moet een bewindvoerder ervoor zorgen dat de inkomsten van degene voor wie het bewind geldt in de eerste plaats worden gebruikt voor zijn levensonderhoud. Wanneer de betrokkene wil beschikken – zoals de wet dat noemt – over iets dat onder bewind is gesteld, moet hij de medewerking hebben van de bewindvoerder. De betrokkene kan een goed dat onder bewind staat bijvoorbeeld niet geldig verkopen. Wil de bewindvoerder voor zo’n handeling geen toestemming geven, dan is het mogelijk dat de kantonrechter op verzoek van de betrokkene daarvoor toch vervangende toestemming geeft. Dat kan per brief aan de kantonrechter worden gevraagd.
Machtiging
Wil de bewindvoerder zelf over goederen die onder het bewind vallen beschikken (verkopen of bezwaren), dan moet hij daarvoor toestemming hebben van degene voor wie het bewind is ingesteld. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het sluiten van een lening en het treffen van een schikking over een geldvordering. Wil of kan de betrokkene daarvoor geen toestemming geven, dan kan de bewindvoerder per brief aan de kantonrechter om toestemming vragen. De kantonrechter kan zo ook voor telkens terugkerende lasten (zoals reiskosten) eenmalig toestemming geven. De rechter die het bewind instelt, kan overigens meteen daarvoor een doorlopende machtiging geven aan de bewindvoerder. De rechter kan aan die machtiging voorwaarden verbinden.
Bekijk hier overige richtlijnen voor goede vertegenwoordiging
Wie kan bewindvoerder zijn?
- Iedereen van 18 jaar en ouder in Nederland, die zelf niet onder bescherming staat of een strafblad heeft, niet in een schuldsanering zit of in staat van faillissement verkeert
- Een rechtspersoon, bijvoorbeeld een stichting, vereniging, BV
De instelling, alsmede personeel van de instelling waar iemand verblijft kan voor die persoon niet tot curator, bewindvoerder of mentor worden benoemd
Co-bewindvoerder
De kantonrechter kan twee personen als bewindvoerder benoemen. Dan zijn zij co-bewindvoerders. Co-bewindvoerders kunnen ieder zelfstandig de taken van bewindvoerder verrichten. Co-bewindvoerders moeten allebei bij de kantonrechter verantwoording afleggen voor wat ieder doet. Daarbij zijn beiden in dezelfde mate verantwoordelijk voor alles. Onderling kunnen zij de taken dus wel verdelen, maar ieder blijft verantwoordelijk voor wat hij/zij zelf doet én voor wat de ander doet. Wanneer de rechter constateert dat er waarschijnlijk problemen zullen ontstaan in de samenwerking zal de rechter iemand anders benoemen, zo nodig van buiten familie.
Op het aanvraagformulier is ruimte om aan te geven dat er twee mensen bewindvoerder willen worden.
Aanvraag en benoeming bewindvoerder
Wie kan een bewindvoering aanvragen?
- betrokkene zelf
- partner
- bloedverwanten tot de vierde graad
- voogd (zolang betrokkene minderjarig is)
- officier van justitie
- instelling of woonvoorziening waar betrokkene verblijft
- curator of mentor
Waar wordt bewindvoering aangevraagd?
Bewindvoering wordt aangevraagd bij de kantonrechter van de rechtbank in het rechtsgebied (arrondissement) waar de persoon woont voor wie de maatregel wordt gevraagd.
Hoe wordt bewindvoering aangevraagd?
Voor de aanvraag bij de betreffende kantonrechter is nodig:
- ingevuld aanvraagformulier (downloadbaar in PDF)
- akkoordverklaring (in te vullen door ouders, broers, zussen)
- bereidverklaring (in te vullen door degene die bewindvoerder wordt)
- verklaring van een arts of behandelaar waaruit blijkt wat voor beperking de persoon heeft voor wie de maatregel wordt aangevraagd
Hoe verloopt het aanvragen?
De aanvraag wordt behandeld in een zitting van de kantonrechter. Meestal ontvangt u binnen twee weken na de zitting een uitspraak over uw aanvraag.
Kosten en vergoeding
Griffierechten
Voor de benoeming van een bewindvoerder moet u griffierechten betalen (in 2024 bedraagt dit € 87). Het tarief van het griffierecht is het laagste tarief binnen het griffierecht en is tevens het tarief voor onvermogenden. Wanneer iemand met een laag inkomen de maatregel aanvraagt kan hij/zij bij de gemeente vragen om een vergoeding uit de Bijzondere bijstand.
Onkostenvergoeding voor de familiebewindvoerder
Bij de benoeming van de curator, bewindvoerder of mentor stelt de kantonrechter de beloning op verzoek vast op basis van de wettelijke regeling. De jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding, bedraagt voor 2024 voor een familiebewindvoerder € 715.
Wanneer iemand zowel familiebewindvoerder als -mentor is voor een persoon is de vergoeding € 1.290.
De beloning moet aangevraagd worden bij de kantonrechter. De kantonrechter kan wegens uitzonderlijke omstandigheden het bedrag van de beloning anders vaststellen.
De vergoeding wordt uit het vermogen van de onderbewindgestelde betaald. Overleg met de kantonrechter is daarvoor niet nodig. Zo nodig kan een beroep worden gedaan op de gemeente voor Bijzondere bijstand.
Deze vergoeding wordt beschouwd als een vergoeding voor de onkosten die de bewindvoerder maakt. Over deze vergoeding hoeft dan ook geen belasting te worden betaald.
Beëindiging van bewindvoering
De taak van de bewindvoerder eindigt:
- door tijdsverloop als hij voor een bepaalde tijd was benoemd;
- door overlijden van de bewindvoerder of cliënt;
- wanneer de bewindvoerder onder curatele of bewindvoering wordt gesteld;
- door ontslag of beëindiging van de bewindvoering door de kantonrechter;
- als bewindvoering wordt vervangen door een andere maatregel;
- wanneer iemand zijn belangen na verloop van tijd weer zelf kan behartigen.
Contact met de rechtbank is altijd nodig bij beëindiging.
De uitvaart van de cliënt
Na overlijden van een cliënt eindigt de taak van de bewindvoerder. Totdat het beheer van de nalatenschap is overgenomen door of namens de erfgenamen heeft de bewindvoerder nog het beperkte beheer over de ‘onbeheerde’ nalatenschap van cliënt. Onder dit beperkte beheer vallen ook het doen van lopende betalingen en het betalen van de uitvaart.
Een klacht indienen tegen een bewindvoerder
Als een bewindvoerder in iemands ogen in zijn of haar taak tekort schiet, kan die persoon een klacht indienen. Dat moet als volgt gebeuren:
- degene die de klacht indient moet 18 jaar of ouder zijn;
- de klacht moet schriftelijk ingediend worden;
- de klacht moet ingediend worden bij de kantonrechter van de rechtbank in het rechtsgebied (arrondissement) waar de persoon woont voor wie de maatregel is getroffen;
- de kritiek op de taakuitoefening van de bewindvoerder moet duidelijk beschreven worden en onderbouwd worden met beschrijving van situaties waarin de huidige bewindvoerder niet (voldoende) of niet op correcte wijze de belangen van de cliënt behartigt;
- er moet gevraagd worden of de rechter wil nagaan of er een gewichtige reden aanwezig is om de bewindvoerder te berispen of te vervangen.